Op het moment dat Ingvar Kamprad zijn IKEA als 17-jarig jongen inschreef, zat hij boordevol met energie. Het bedrijf werd vernoemd naar hemzelf, de boerderij waarop hij woonde en de nabijgelegen plaats. Ingvar Kamprad Elmtaryd Agunnaryd. De Elmtaryd boerderij was een plek waar het bruiste van de activiteiten. Toen Ingvar naar Gotenburg verhuisde om bedrijfseconomie te studeren, moesten zijn ouders Berta en Feodor de honneurs op de boerderij waarnemen.
De geboorte van IKEA
Inspelen op een behoefte


Het handelsbedrijf IKEA werd op 28 juli 1943 ingeschreven. Maar het stond ver af van het meubelbedrijf dat we vandaag de dag zo goed kennen. In zijn beginjaren als ondernemer importeerde Ingvar Kamprad pennen, horloges en nylon kousen en leerde hij het inkoopproces stap voor stap kennen. Maar na wat problemen met invoervergunningen ging hij op zoek naar nieuwe mogelijkheden en besloot hij zich te richten op meubels. Geleidelijk kreeg het bedrijfsmodel vorm toen hij zich realiseerde dat er een grote, interessante kans lag tussen de klant en de fabrikant.
Als je als zakenman succesvol wilde zijn, moest je een zo eenvoudig en kosteneffectief mogelijke manier vinden voor de distributie van de fabriek naar de klant.
Ingvar zei altijd dat hij niet bepaald uitblonk als student, maar dat hij toen hij een vak volgde over het
, viel hem iets op dat later cruciaal zou blijken te zijn. Hij merkte op dat de commerciële processen zich voornamelijk richtten op efficiënt produceren, maar dat er maar weinig of geen aandacht was voor de distributie. Het was alsof de stroomlijning in de fabriek plotseling ophield zodra het product was geproduceerd. Het proces was traag en inefficiënt en de distributie was verouderd. Maar waarom eigenlijk? Ingvar heeft zelf altijd beweerd dat het tijdens deze lessen op de hogeschool in Gotenburg was dat hij voor zichzelf besloot dat zijn toekomst in de distributie lag. Als je als zakenman succesvol wilde zijn, moest je een zo eenvoudig en kosteneffectief mogelijke manier vinden voor de distributie van de fabriek naar de klant. Tussen de lessen door was Ingvar vooral te vinden in de bibliotheek waar hij in de handelsbladen alles las wat maar te maken had met import en export. Dat importeren van goederen uit het buitenland moest hij toch zelf ook wel kunnen? Hij schreef een aantal brieven in steenkolen Engels naar verschillende producenten en begon al snel zelf goederen te importeren.

De volgende vijf jaar, vanaf de zomer van 1943, zou Ingvar nauwelijks nog een moment voor zichzelf hebben. Na de hogeschool in Gotenburg werkte hij kort als kantoorbediende en was hij tijdens zijn militaire dienst gestationeerd in Växjö, in het zuiden van Zweden. In deze periode begon ook zijn bedrijf te groeien. Om ook tijdens zijn militaire dienst zijn bedrijf te kunnen runnen, wist hij zijn meerderen te overtuigen hem in de avonduren verlof te geven, zodat hij kon werken vanuit een gehuurd kantoor in de stad. Dit is waar hij zijn avonden, nachten en weekenden doorbracht. Het ritme van dag en nacht doorwerken zette hij later voort toen hij zijn opleiding tot officier volgde aan de militaire academie Karlberg in Stockholm.
Maar wat verkocht hij in die tijd? Als kleine jongen verkocht hij lucifers en vis die hij had gevangen in het Möckeln meer. Later handelde hij in kerstkaarten, zaden, pennen, portemonnees, nylon kousen en sieraden. Hij probeerde zelfs schoenen en aanstekers uit Zwitserland in te voeren. Inmiddels is hij tot de conclusie gekomen dat de meest kosteneffectieve distributie te vinden is in pennen – rechtstreeks van de fabriek naar de klant. Tot zijn klanten behoren krantenwinkels, horlogemakers, pennenwinkels, boekhandels en plattelandswinkels. Hij communiceert met zijn klanten via kleine brochures, verkoopbrieven en prijslijsten, vaak geschreven op een open, eerlijke toon. Hij gaat ook graag bij de mensen langs en vindt het makkelijk om contacten te leggen met zijn vrolijke, open manier van doen. Een goede relatie met de klant was iets dat Ingvar zich al van jongs af aan had aangeleerd, toen hij op de boerderij met een typemachine een uitvoerig klantendossier bijhield. Mensen van het platteland hebben altijd tot zijn klantenkring behoord. Mensen wiens dagelijkse leven hij goed kent. Mensen die waren opgegroeid met weinig geld en voor wie ieder dubbeltje telde.


Pennen en horloges waren zijn meest succesvolle producten in de jaren 40. Toch bleek hij af en toe relatief naïef en sloot hij ook wel eens slechte deals. Op een bepaald moment ontmoette hij een zakenman in Gotenburg die eenvoudige, maar kwalitatief hoogwaardige balpennen verkocht voor slechts 2,50 Zweedse kronen (0,25 EUR) per stuk – een zeer aantrekkelijke inkoopprijs! Ingvar wil de pennen aan zijn klanten verkopen voor 3,95 kronen (0,39 EUR) – ook een uitstekende prijs gezien het feit dat vergelijkbare pennen 15 kronen kostten (1,50 EUR). Bij levering bleek de inkoopprijs echter gestegen naar 4 kronen (0,40 EUR) met als gevolg een verlies van 5 Zweedse öre (0,005 EUR) per verkochte pen. Ongelijk hebben en leren van je fouten maakt tot op de dag van vandaag een cruciaal onderdeel uit van de IKEA bedrijfscultuur. Maar op dat moment was Ingvar in tranen op weg van Gotenburg naar huis met honderden pennen die hij met verlies moest verkopen. Hij had de deal met de lagere prijs gesloten – maar de handdruk van de verkoper bleek niets waard. Desondanks was de pennenhandel van Ingvar over het geheel een groot succes. Zo succesvol dat het de basis is gebleken voor zijn latere zakelijke activiteiten. Zo werd hij vertegenwoordiger voor het Franse bedrijf Etablissement Christian en hun Evergood pennen en begon hij ook te verkopen aan gespecialiseerde retailers.


Zoals we allemaal weten is niets in het leven gratis. Uit de zakelijke correspondentie van Ingvar Kamprad uit de jaren 40 blijkt hoeveel moeite het kostte om de juiste kwaliteit van de pennen die hij kocht te garanderen. Hij vond ook dat de bureaucratie rond invoervergunningen problematisch, zo niet onmogelijk was. Op zoek naar een oplossing ging Ingvar een samenwerking aan met een leverancier en begon hij met de productie van zijn eigen pennen. Nadat de verkoop van 300 exemplaren kon hij dat echter nauwelijks een succes noemen.
Eind jaren 40 ontdekte Ingvar dat zijn grootste concurrent – Gunnar’s Factories in Alvesta – met succes meubels was gaan verkopen. Dat was het moment waarop hij zich realiseerde dat zijn toekomst niet in de verkoop van pennen zou liggen. Misschien zou hij zich ook moeten richten op meubels…? Voor wie nog nooit in Småland is geweest en het Möckeln meer met de dichte bossen eromheen nog nooit heeft gezien: het was een plek waar het wemelde van de kleine meubelfabrieken. Småland zat zelfs vol met timmermannen die meubels maakten. De stap van ingevoerde pennen uit Parijs naar houten meubels uit Småland was dus eigenlijk niet eens zo’n grote sprong in het diepe. Het enige wat hij hoefde te doen was de kans te grijpen die zich recht voor zijn ogen in de bossen van zijn jeugd ontvouwde.